Het mondje van de bakker

Elke week komt de bakker het brood brengen. Dat klinkt niet heel spannend, maar voor de kinderen is dat toch een momentje waar ze naar uitkijken.

‘Dadelijk komt de bakker’, zeggen ze, als het nog acht uur moet worden.

Zitten wij aan tafel voor het fruit, schieten ze direct naar de deur. Zijn ze druk aan het spelen, maar heeft een van de kinderen in de smiezen dat de bakker er is, dan laten ze direct alles uit hun handen vallen.

En ja, hij heeft lekker brood.

Maar de reden dat ze naar het raam snellen, is de bakker zelf. Zodra die binnen stapt, trekt hij gekke bekken naar de kinderen. Die kennen dat ritueel en imiteren dat natuurlijk. Alsof je in de dierentuin bent en met je gezicht de aandacht van de aapjes probeert te trekken. Waarbij in ons geval de vraag is wie de aap is -)

Dus even het beeld: aan de ene kant van het raam een bakker met een scheef gezicht en de andere kant kinderen die de vingers in de mondhoeken steken en de pupillen naar het puntje van de neus sturen.

Heerlijk toch.

En dan heeft de bakker ze ook nog een trucje geleerd: dat als je aan je oren draait, dat je tong dan naar buiten schuift -)

De bakker als de cultheld van de kinderen.

Daar kwam ook een van de ouders achter, toen ze vorige week in het dorp liep met haar kind in de buggy en de bakker in zijn bus voorbij kwam rijden. Moeder had niks in de gaten, maar het kind zag de bus, deed zijn vingers in zijn mond en stak zijn tong uit naar de bakker …

Het kind lachte.

De bakker lachte. En wist meteen ook waar hij het kind van kende -)

Slecht weer bestaat niet, toch?

‘Slecht weer bestaat niet’, zeggen wij altijd bij De Helpende Handjes. Niet voor niets dat we rode laarsjes als logo hebben.

Maar heel eerlijk: ook wij zijn daar het laatste half jaar aan beginnen te twijfelen, hoor!

Zo veel regen!

Als kinderen ons vertelden dat ze even een plasje gingen doen, wisten we niet of ze naar het toilet gingen of dat ze hun regenlaarzen aan gingen trekken om naar de tuin te gaan -)

Vorige week zijn drie kinderen druk samen buiten aan het spelen als het begint te druppen.

Een van de drie kijkt naar de lucht, die donker wordt, en houdt het voor gezien: hij gaat naar binnen. De andere twee blijven buiten spelen, ook als er meer en meer druppels beginnen te vallen.

Even later, het is weer droog, sluit het kind dat even naar binnen ging weer buiten aan.

Het had niet naar binnen hoeven te gaan, zeggen de twee die buiten zijn blijven spelen.

‘Want het regende niet zo hard. En dan kun je gewoon buiten blijven spelen!’

Slecht weer zal best bestaan, zullen ze gedacht hebben, maar niet bij De Helpende Handjes -)

Wie leert er nu van wie?

Zo mooi dit!

Als op dinsdag een van de collega’s langs de dieren afloopt, probeert Doorn, een van onze twee ezels haar aandacht te trekken. Ze staat aan het hek, ze snuift, ze wiebelt, ze is wat onrustig.

Natuurlijk krijgt Doorn een aai over haar bol.

Misschien heeft ze die even nodig. Hebben we allemaal wel eens, toch?

‘Ja, je bent lief, hoor.’

De collega wil doorwandelen, maar Doorn is het daar niet mee eens. Ze snuift, ze wiebelt, nu nog wat onrustiger dan eerst.

Dan valt het op: waar is Roosje, de andere ezel?

De collega kijkt in de wei. Geen Roosje te zien. Ze loopt naar de voerplaats. Ah, daar staat Roosje, maar … ze zit met haar halster vast aan het hek. Ze schudt haar kop, als ze de collega ziet, probeert zich los te trekken, maar dat lukt niet.

Aha … dus daarom was Doorn zo onrustig: ze wilde ons vertellen dat haar vriendin in de problemen zat.

We maken haar los. Ze is zo blij als een ezel!

En sindsdien vragen we het ons:

het voor elkaar opkomen, het elkaar helpen, omdat je hartsvriendinnen bent, net zo lang tot je vriendin weer lekker in haar vel zit …

Zouden de kinderen dat hier van de dieren leren of andersom …?

‘Wil je er slagroom en korreltjes op?’

Eindelijkkkkk!!!

Slecht weer kennen we niet, riepen we hier altijd.

Nou … daar zijn we op terug gekomen. Na een half jaar onafgebroken regen – tenminste, zo voelde het – is daar eindelijk, eindelijk weer eens de zon.

Het was de beste investering van het afgelopen jaar: regenlaarzen!

Maar die mogen wat ons betreft nu even genieten van hun welverdiende rust.

Mooi weer en dus … tijd voor een ijsje. Zo vond een van de kinderen, die de zandbak als een grote ijscomachine zag. Alle leidsters hadden al hun keuze gemaakt, toen de laatste aan de beurt was.

‘Lust je een ijsje?’

‘Natuurlijk!’

‘Aardbei of chocola?’

Dat is voor de gemiddelde leidster van De Helpende Handjes niet zo’n lastige vraag. Sterker nog: Jamie is ons team per 1 april komen versterken. Dat sollicitatiegesprek ging ongeveer als volgt:

‘Heb je ook hobby’s?’

‘Ja, ik maak graag mijn eigen chocolade.’

‘Oké. Nou dan zijn we er wel uit, denk ik: je bent aangenomen!!!!’

Gelukkig is Jamie ook als pedagogisch medewerker een topper, hoor -)

Dus het antwoord liet zich raden: aardbei of chocola?

‘Doe maar chocola!’

Collega’s al lachen. Die hadden vlak daarvoor dezelfde bestelling doorgegeven en wisten wat er ging komen!

‘Wil je er slagroom en korreltjes op?’

‘Korreltjes? Oh … discodip! Ja, lekker!’

En daar was het ijsje. Van chocoladezand. Het water kwam al in de mond te staan van de leidster: want ijs, chocola en slagroom, dat is zo ongeveer het favoriete ‘food’ van iedere vrouw, toch?

Totdat de peuter zei, met een heel ernstig gezicht: ‘Wist je dat? Dat chocolade is gemaakt van poep …’

Misschien dat we nu van onze chocoladeverslaving af komen -)

Taart maken van kruidenboter en douchen met kaas

Bij De Helpende Handjes werken we ‘kindvolgend’. Dat wil zeggen dat wij als pedagogisch medewerksters de kinderen volgen.

Oftewel: wij schotelen ze geen vast programma voor. Nee, de kinderen bepalen zelf wat ze hier doen. Tot op zekere hoogte natuurlijk -)

Dat heeft heel veel voordelen. Het maakt ze bijvoorbeeld zelfstandig, het leert ze om eigen keuzes te maken en … het prikkelt hun creativiteit en fantasie. En vooral dat laatste zien we hier elke dag.

Zo rond de leeftijd van 1 à 1,5 jaar ontdekken kinderen dat er een hele nieuwe wereld is die ze zelf kunnen kneden en invullen en waar ze volledig in op kunnen gaan.

Vaak lijkt die wereld op die van hun ouders.

Dat is vaak ook de leeftijd dat we de ouders beter gaan leren kennen, via de kinderen -)

Zo was een van de kinderen deze week met een vriendinnetje een taart aan het maken van zelf gemaakte kruidenboter. Niet in de keuken, maar gewoon in de woonhoek. Moet kunnen! Tenminste, bij ons …

De boter werd gekneed, ingrediënten werden toegevoegd, ai we missen iets, maar gelukkig is de winkel om de hoek, vlug even inkopen, toevoegen en … klaar, de oven in. En nu: wachten maar …

Heerlijk om te zien hoe twee kinderen zo in deze ‘echte wereld’ op kunnen gaan! Voor het recept verwijzen wij je graag naar de kinderen zelf -)

Nog een mooi voorbeeld van de fantasie van kinderen.

We hebben een deels doorzichtige deur in de ruimte. Die kan worden geopend en dan met een haakje worden vastgezet. Dat weten de kinderen. Daar maken ze dankbaar gebruik van. Want: een doorzichtige deur, dat is de deur van een douche. Natuurlijk!

Met kleren aan. Helemaal los laten we ze nu ook weer niet!

Maar wel: met zeep.

Hebben we die? Nee. Maar we hebben wel een stuk speelgoedkaas. Lijkt net op zeep, toch?

Inzepen, het hoofd achterover, afspoelen, nog even nagenieten van de stralen op het lijf en afdrogen maar.

Zou wel mooi zijn als het zo werkte, hè?

Even achter die doorzichtige deur, blok kaas mee en je neemt je kind weer schoon mee naar huis.

Maar dat zit er hier niet in, bij een groene opvang, zelfs niet met een beetje fantasie …

‘En ehm … wat werk jij?’

Wij hebben echt het aller- allerleukste werk dat er is. Zo leuk dat we het zelf vaak niet eens als werk zien. En dat is dan wel eens verwarrend voor kinderen, zo bleek …

Deze week had een van de nieuwe baby’s het even zwaar toen vader haar hier had gebracht en weer vertrok, zonder haar.

Een van de andere kinderen bekommerde zich met ons om het kind, waarbij wij uiteraard uitlegden waarom de baby huilde. Dat de ouders gingen werken en dat de baby het geluk had dat ze daarom een dagje gezellig bij ons mocht zijn.

En ja, dat vond zij ook. Gezellig. Samen spelen, samen naar de dieren, samen eten … Ja, was allemaal keileuk.

Tegelijkertijd had de jonge dame ook een vraag.

Want al die ouders gingen dan mooi werken, om centjes te verdienen, maar … wat deden wij dan voor werk? Of zoals zij dat dan zei: ‘Wat werk jij?’

Ha … Mooi, zo’n kans om uit te leggen wat voor geweldig werk wij hebben. Hoe dankbaar het is. Hoe fijn het is om een stukje bij te dragen aan de opvoeding en aan het zorgen voor en respecteren van de kleine wereld om ons heen, de dieren en het groen.

Dat zeiden we natuurlijk niet in die bewoordingen. Iets anders. maar ze snapte het. Zoals papa en mama hun werk hebben, zo hebben wij ons werk hier.

Grappig trouwens als we kinderen die hier komen ook wel eens privé zien, buiten het kinderdagverblijf dus, zoals in de winkel. Dan zie je ze vaak achterdochtig kijken: ‘Wat doet die hier in het wild?’

Kinderen associëren ons met De helpende Handjes.

Wij horen bij de inboedel. Nee, wij zijn de inboedel -)

Maar goed …

Even later dronken we een kop koffie, terwijl de kinderen druk bezig waren. Komt de jonge dame van zojuist naar ons toe gelopen, opnieuw met een vraag. Het beroep van pedagogisch medewerker was haar waarschijnlijk nog steeds niet helemaal duidelijk.  

Want, zo vroeg ze, ‘Is koffie drinken dan ook jouw werk …?’

90.000 Bezoekers in onze achtertuin

Het is al enkele weken hartstikke druk in onze ‘achtertuin’, het stuk grond dat zo ongeveer aan ons kinderdagverblijf grenst. Daar komen dit weekend zo’n 100.000 festivalgangers op af. Een deel van hen loopt vanaf de parkeerplaats direct achter ons terrein door.

Voor Harmony of Hardcore en 7th Sunday.

Hartstikke interessant natuurlijk, want er gebeurt zo ontzettend veel de afgelopen weken. Het is een komen en gaan van werklui, er verrijst een gigantisch hoofdpodium en de ene na de immens grote tent wordt opgetrokken.

‘Gaan papa en mama ook naar 7th Sunday?’

‘Nee, die gaan naar een festival.’

‘Oké, wat gaan ze daar dan doen?’

‘Ik denk een kopje koffie drinken …’

Dat denken wij ook -)

De brug in onze tuin is deze weken extra populair: het uitzicht op het terrein is daar nog beter. Een van de kinderen zag dat er een oplegger strak langs een schutting af werd geparkeerd.

We zullen hem aan de organisatie tippen, voor over een aantal jaren.

Want even later klimt hij van de brug af, pakt de speelgoedvrachtwagen en parkeert die met minutieuze precisie langs de zandbak. Chauffeurtje hoor!

De mensen die op het terrein aan het werk zijn, vinden dat wel leuk, al die aandacht van de kinderen. Wij hebben intussen wel één probleem. ‘Want’, zei een van de chauffeurs tegen de kinderen, ‘ik zet mijn vrachtwagen hier neer. Pas jij er dan het hele weekend op?’

Hij knikte zo gretig ja dat we bang zijn dat de ouders hier dit weekend zullen moeten kamperen. (Ehm … maaien jullie dan ook meteen een keer het gras, geven jullie de dieren te eten en … ach, snoeien jullie de heg -)

Eén van de ouders zal nog even een teleurgesteld kind hebben:

Het ziet er allemaal zo mooi uit. Al die tenten, al die kleuren, alle drukte … Het is een grote kermis, een attractiepark. ‘Gelukkig ben ik bijna 4’, zei een van de kinderen, ‘dan mag ik er ook naar toe …’

Pyjamapraatjes

Kinderen horen alles, zien alles, voelen alles. Prima. Dat weten we. Dus houden we daar rekening mee. Dat doen wij als pedagogisch medewerkers, dat doen jullie als ouders waarschijnlijk ook.

Wat wel lastig is … is dat ze ook écht alles vertellen!

Dat levert soms grappige taferelen op.

Zo hadden we laatst de pyjamaweek. Alle kinderen mochten in hun pyjama naar de kinderopvang. Natuurlijk hadden ook wij onze pyjama aangetrokken. Onze allermooiste natuurlijk, want wij weten: kinderen vertellen alles. Dus ook welke pyjama wij dragen.

We zien de taferelen thuis voor ons: dat er wordt verteld over dat Eveline bloemetjes op haar pyjama heeft, Chantal gekleurde streepjes en dat Hilde een heel zachte pyjama heeft.

Daar ging ook het gesprek over met een van de ouders.

‘Nee, de pyjama die ik thuis draag, heb ik vandaag maar niet aangetrokken. Daar wordt over gepraat’, glimlachte een van onze collega’s.

De ouder lachte.

‘Haha … inderdaad. En dan draag jij dus nog een pyjama. Wij slapen meestal in ons ondergoed.’

En we zeggen het zo vaak tegen elkaar: ben open naar de kinderen, maar ook weer niet te open. Want alles wordt ‘verklapt’. Daar werden we nu weer in bevestigd.

Want net als de ouder de opmerking over het ondergoed heeft gemaakt, bemoeit ook een van de kinderen zich er mee:

‘Mijn papa en mama hebben geen kleren aan in bed …’

Hoe twee kinderen het leven van een slang redden!

We zijn een groen kinderdagverblijf. Dat wil bijvoorbeeld zeggen dat kinderen hier liefde voor de natuur mee krijgen. Voor bloemen en planten, maar ook voor dieren. Vandaar al onze knuffel-, aai- en kijkdieren.

Dat die liefde soms heel ver gaat, bleek deze week …

‘We hebben een slang gevonden!’

‘We hebben een slang gevonden!’

Twee kinderen komen aangerend bij de leidster. Die moet subiet mee komen. Naar de slang, die natuurlijk een regenworm blijkt te zijn. Gelukkig maar. Want een schaap vinden we zelf eigenlijk al wel exotisch genoeg hier 😉

De slang moet naar de moestuin, vinden ze. Daar ligt lekker eten op hem te wachten (of op haar, dat konden we zo snel niet goed zien ;-)

Maar oppakken …? Tja, dat durven ze niet zo goed.

Denken in oplossingen. De kinderen hier doen dat. Dus gaat een van de twee naar de zandbak om met een lepel terug te komen!

Heel voorzichtig wordt de slang op de lepel gelepeld.

Maar oh jee … onderweg naar de moestuin komen we door de zandbak. En geloof het of niet: de slang valt juist daar van de lepel af. Gelukkig kunnen slangen tegen een stootje. Hij beweegt nog. Het enige probleem: hij is smerig, want behangen met zand.

En dan is er maar één iemand die kan helpen …

Inderdaad: de slangendokter!

(Serieus: zo noemden de kinderen, die nu volledig in het avontuur opgingen, de leidster nu 😉

Op doktersadvies doen de kinderen vervolgens een beetje water op de slang. En ja hoor: na een paar tellen glimt hij weer als nieuw. Nog even wachten … Gelukkig: hij beweegt nog!

De slang wordt weer op de lepel gelegd. En hoe leuk: deze keer met de hand. Het beestje is al niet zo eng meer als zojuist! En nog trotser dan zo even lopen ze nu naar de moestuin.

Smakelijk eten, slang!

De Helpende Handjes Film – we gaan voor een Oscar!

We gaan voor een Oscar!

Wat was dit leuk, zeg!

Ouders weten natuurlijk wel hoe het er hier aan toe gaat bij De Helpende Handjes. We hebben een fijn contact met hen. Nemen vaak alle tijd voor hen. Dat doen we ’s morgens, dat doen we ’s avonds. We hebben ouderavonden en tien-minuten-gesprekjes. En dan houden we online ook nog een ‘boekje’ bij waarin we schrijven over de ontwikkelingen en belevenissen van hun kinderen.

En toch …

… hoe het er hier écht aan toe gaat, dat weten ze natuurlijk niet. Ze zijn er niet de hele dag bij. Hoe graag ze dat af en toe ook zouden willen ;-) Gewoon om te zien hoe ‘die van hun’ het er doet.

En dus bedachten wij: De Helpende Handjes Film!

We hebben een week lang zo veel mogelijk grappige, hilarische, ontroerende en typische momentjes vastgelegd. Van alle kinderen. Daar hebben we een compilatie van een klein uur van gemaakt. Die hebben we deze week ‘afgedraaid’. Op twee avonden, waar alle ouders bij aanwezig konden zijn. In onze eigen ‘bioscoop’ ;-)

En echt: het was té leuk!

Kinderen die elkaar spontaan een knuffel geven. ‘Aaaaaah’

Kinderen die samen in een grote doos klimmen, die toevallig op dat moment om kiepert. ‘Hahahaha …’

Kinderen die in hun kraam ijs staan te verkopen, met een hele rij klanten die met hun wandelwagen passeren: ‘Die?’, terwijl de verkoopster op een van de stenen wijst. ‘Of die?’ ‘Of die?’ ‘Nee, die!’ En de volgende!

(Geloof je nu hoe heerlijk het is om pedagogisch medewerkster te zijn! De fantasie van kinderen is zo rijk en zo puur!)

Kinderen die samen de dieren voeren.

Kinderen die samen buiten spelen.

Sommige ouders misten de hapjes en drankjes, zeiden ze. Maar goed, we zijn natuurlijk ook geen servicebioscoop ;-)

Maar wat is er gelachen. Wat hoorde je vaak aaah’s en oooh’s. En ouders merken natuurlijk aan hun eigen kinderen wel al hoe zij het hier ervaren. Maar nu hebben ze dat een keer met eigen ogen kunnen zien, alsof ze hier een dagje mee hebben gelopen.

En misschien wel de leukste opmerking van een van de ouders, die precies weergeeft hoe het er hier aan toe gaat, is toch wel deze”

‘Nu weet ik waarom ze toch altijd met van die vieze kleren thuis komt …’

Nee echt: een topfilm! We gaan voor een Oscar ;-)