Je hebt eierbroedmachines en je hebt – niet te verwarren – eierkokers.
Nou, die eerste hadden wij een in de gang staan, om een paar eitjes van eenden uit te broeden. Elke keer als het water in zo’n machine bijna op is, piept de machine. Zodat wij weten: ah, even het water bijvullen.
De kinderen leven natuurlijk volop mee. Hartstikke spannend. Wanneer zien we het eerste barstje? Wanneer komt het eerste kuiken?

Dus deze week zijn we weer eens aan het kijken bij de machine als het piepje gaat. Wij weten: ah, bij vullen.
Een van de kinderen heeft thuis waarschijnlijk een eierkoker. ‘Hé’, zegt het, ‘de eitjes zijn klaar …’
Eieren broeden duurt iets langer dan eieren koken.
Maar toch … is deze week ook het eerste ei uit gekomen. Het eerste kuiken was daar: het mooiste kuiken dat je ooit hebt gezien!
‘Hoe noemen we hem’, vragen we de kinderen.
Dat vragen we altijd. En volgens mij kunnen we de namen van alle eenden die ooit op ons kinderdagverblijf hebben gewoond op één hand tellen. De familie Duck is daarbij een dankbare inspiratie.
Ook nu weer.
‘Kwak!’
Prima. Wel meteen weer voorgenomen: niet verkleinen!
Het tweede kuiken volgde snel.
En ja hoor: Kwik!
Nu nog even wachten op die derde. Hoe die gaat heten? We hebben een vermoeden -)
Die eerste twee doen de vermoedelijke naam van hun toekomstige broertje of zusje in ieder geval al eer aan: ze kwekken al volop!
