‘Ach, wat maakt het uit dat het regent …’

Eindelijk … eindelijk … eindelijk is daar de zon vandaag gewoon weer.

We weten best dat het er allemaal bij hoort bij de winter: de kou, de wind, de regen. Maar zo veel regen!!! Zullen we eerlijk zijn? We werden er wel eens chagrijnig van.

Maar dan waren daar de kinderen, die totaal geen moeite hadden met het weer.

Regen? Ach, boeien! Dan trekken we toch gewoon onze laarzen en regenbroek aan. Hop en naar buiten.

En eenmaal daar, smolt ons chagrijn weer als sneeuw voor de … zon (we weten vandaag weer hoe die eruitziet!)

Zodra de kinderen buiten waren, renden ze naar alle bakjes in de tuin. En hoe leuk om te zien dat alle bakjes weer vol vers regenwater zitten.

Eerst worden dan alle volle bakjes verzameld.

Vervolgens wordt overlegd wat er mee gaat gebeuren. Gaan we weer van die heerlijke ‘regensoep’ maken? Beetje zand en gras erbij, wat steentjes. Even laten trekken. En je hebt een fantastische driesterrensoep.

Of zijn we in een melige bui en gaan we elkaar nat gooien?

Nog leuker: we gaan de leidsters nat gooien!

Iets minder leuk: we gaan voor de ramen van het kinderdagverblijf ;-)

Telkens als we dan weer terug naar binnen gaan en al die natte, verkleumde, maar vrolijke gezichten zien, denken we: ‘Ach, wat maakt het ook uit dat het regent?!’

Maar nu hij er vandaag weer is – eindelijk, eindelijk, eindelijk! – mag hij blijven. Nu stonden wij vanmorgen te (water)trappelen om als eerste naar buiten te gaan!

En gelukkig zeiden de kinderen niet: ‘Huh? Hoezo? Naar buiten? Het regent toch niet …?

Wat een heerlijk zonnetje!!! Heb jij hem ook zo gemist?

‘Komt Rooijakkers om 10.00 uur koffie drinken?’

Er is weer een verbouwing aan de gang bij de Helpende Handjes.

Niet van het kinderdagverblijf zelf, maar het woonhuis ernaast; waar onze moederkloek Saskia woont met haar gezin. Nu de kinderen van het kinderdagverblijf er allemaal zo mooi bij zitten, waren de eigen kinderen aan de beurt, vond zij.

Een verbouwing dus. En dat betekent: een komen en gaan van mensen.

Drie keer raden wie dat allemaal razend interessant vinden.

Inderdaad: álle kinderen!

Met de neuzen tegen de ramen.

‘Dat is een groot pakje’, klinkt het verbaasd als een van de bouwvakkers met de isolatie naar binnen loopt.

Van dat andere grote ‘pakje’, dat intussen al weer een paar weken op het terrein staat, weten ze ook al wat de bedoeling is. En zelfs de kleinsten spreken de naam ervan al moeiteloos uit: Dixi.

‘Hé, dat is Rooijakkers’, roept een van de kinderen.

Ach ja, dat kind. Die hebben laatst zelf ook het huis opgeknapt.

De installateur is duidelijk geen onbekende voor hem. Ook het dagritme van de installateur is bekend: ‘Komt Rooijakkers om 10.00 uur koffie drinken bij ons?’

Heb je zelf plannen om te gaan verbouwen?

Maak je kinderen gerust uitvoerder. Ze kennen het klappen van de zweep intussen en kunnen je waarschijnlijk ook vertellen aan wie je zo’n verbouwing met een gerust hart over kunt laten.

Alleen één kind hebben we moeten troosten.

Toen die een bouwvakker met helm op zag lopen, was hij ervan overtuigd dat het zijn vader was.

‘Papa!’, riep hij. ‘Papa!’

En papa is inderdaad bouwvakker, maar bij een ander bouwbedrijf. We hebben hem maar even binnen uitgenodigd, waarna de lach weer snel terug was op het gezicht van het kind. En: neus weer tegen de raam!

Mag Sinterklaas weer op de ramen?

Het is donderdag 2 januari. De eerste werkdag van het jaar. Tijd om uit de kerstroes te ontwaken en ons op te maken voor al het moois dat het nieuwe jaar ons hopelijk gaat brengen.

Tijd ook op die eerste dag om alles wat aan Kerst herinnert in het kinderdagverblijf op te ruimen. Zoals de tekeningen en knutselwerken op de raam.

Samen met de kinderen versieren we altijd de ramen in de sfeer van het jaar. In de herfst bijvoorbeeld tekenen we paddenstoelen, blaadjes en kabouters, daarna komt Sinterklaas met zijn cadeaus en daarna tuigen we de Kerstboom op de raam op.

De ramen van ons kinderdagverblijf zijn daarmee een soort van jaaragenda; vol tekeningen en knutselwerken.

Nadat we de ramen samen schoon hebben gemaakt, vragen we de kinderen wat we gaan tekenen en knutselen?

Er komen leuke ideeën, zoals sneeuwpoppen en vogelhuisjes. Helemaal in de tijd van het jaar.

Eén kind vindt het allemaal maar niks:

“Ik wil Sinterklaas op de ramen hebben”, zegt ze heel resoluut.

 We lachen even.

“Sinterklaas is net weg”, zeggen we. “Het duurt nog heeeeel lang voordat die weer naar Nederland komt. Heb je nog een ander idee?”

Niet dus. Sinterklaas moet en zal op de ramen komen.

Op het einde van de dag zijn de ramen weer versierd. Het is één groot winters tafereel geworden, maar schrik niet als ergens in dat landschap toch ook een figuur rondstruint met een mijter op zijn hoofd 😉

Wat is nu een kinderdagverblijf zonder koeien?

Toch? Dan heb je zo veel ruimte. Zo veel dieren. Zit je in een pand dat vroeger een dierenartsenpraktijk was, met een specialisme in vee. En dan ontbreken er: koeien! Dat heeft altijd wel ergens geknaagd, hoor.

Maar goed: bij het houden van koeien komt veel kijken. In de tijd dat we met ons kinderdagverblijf nog in Loosbroek zaten, honderd jaar geleden of zo, was manlief koeienboer. En als hij zegt dat het niet altijd even praktisch is om een paar koeien te houden, dan moet je dat geloven.

En toch – maar dat zei ik al hè – knaagde het.

Vorige maand was het dan eindelijk zo ver: koe Rian kwam logeren, gewoon om eens te proberen, en besloot om na haar logeerpartij bij ons te blijven. Zo erg naar haar zin had ze het hier. En die liefde was geheel wederzijds.

Wat schetst daarna onze verbazing?

Zo mooi vond ook onze ex-koeienboer het weer om een koe om huis te hebben dat drie dagen later Clara op de stoep stond. ‘Want één koe is ook maar zo weinig …’, had hij gezegd.

Rian en Clara dus!

De ‘boerderij’ is compleet.

En de kinderen op het kinderdagverblijf?

Die vinden het helemaal geweldig.

De koeien zelf moeten nog even wennen. Vooral Clara. Rian weet intussen dat we iets lekkers bij ons hebben als we naar het hek komen lopen. Die spurt vervolgens naar ons toe. Clara kijkt de koe nog even uit de boom, zoals het spreekwoord luidt 😉

Kortom, ons dierenteam is groter geworden. De anderen ken je, toch? Lees anders maar eens.

You are my best modder!

De meeste kinderen hebben na een dagje bij De Helpende Handjes wel een bad nodig. Dat is normaal gesproken al zo. Deze week was daar geen enkele twijfel over mogelijk.

Het was modderweek!

Zo leuk om te zien. Hoe sommige kinderen aarzelend hun handen in de modder steken, terwijl anderen geen schroom kennen en zich als een professionele mud runner in de modder storten.

Wat een lol.

En wat heerlijk om te zien: geen angst om vies te worden. Precies zoals het wat ons betreft hoort te zijn. Later, als ze groot zijn, dan komt dat wel: balen dat er een vlekje op je shirt zit, terwijl je net die afspraak in moet. Nu niet. Nu moet je kind zijn en je nergens druk over hoeven te maken.

En eenmaal klaar met spelen, liggen er gewoon schone kleren klaar. No worries dus.

Dat het deze week zo warm was, zorgde voor een leuk extraatje. Want Paul had de haspel uitgerold om de wei te sproeien. En laat de uiterste puntjes van die waterstralen nu net over de zandbak heen gaan …

‘Komt ie weer …’

De leidsters haasten zich uit de zandbak om het water te vermijden, maar de kinderen zijn niet voor niets kind en blijven zitten: armen open of de nek in de schouders gestoken. Laat maar komen, dat grondwater.

En dan gieren van de pret als het water de zandbak bereikt.

Wat een lol!

En wat zagen ze eruit …

We hebben alle ouders verteld dat een bad vandaag geen overbodige luxe is, maar ik denk dat de meeste ouders zelf die conclusie ook wel hadden getrokken 😉

Dankjewel, kinderen. Het was een superleuke modderweek. Volgende week hebben we weer een ander programma. Maar één geluk bij de Helpende Handjes: want ook dan mag je gewoon weer vies worden!

Een circusdirecteur, clowns, acrobaten en een konijn ‘uit de hoge hoed’

Iedere dag is eigenlijk een feestje, toch? Maar één keer per jaar pakken we extra uit bij kinderdagverblijf De Helpende Handjes in Erp. Dan is het feestweek.

Thema dit jaar was …. Rapapapa …. Rapapapa … CIRCUS!!!

Alle activiteiten werden aan het thema opgehangen. De kinderen hebben gekoorddanst/koordgedanst/gedanskoord … ehm … Op wel 1 cm boven de grond liepen ze strak over het koord.

De clowntjes onder de kinderen kregen bij binnenkomst ’s morgens een rode neus opgeschminkt. Moeite doen om zich als een clown te gedragen, hadden ze daarna niet. Daar hadden ze die rode neus ook niet voor nodig 😉

We hebben gejongleerd, we hebben acrobatische oefeningen gedaan, de stoere kinderen zijn zelfs door een ‘brandende’ hoepel gesprongen en een dag was er zelfs een ‘heuse’ circusdirecteur aanwezig.

Ideaal thema natuurlijk ook als je zoveel dieren rondom je kinderdagverblijf hebt: ze hebben bijna allemaal een rolletje gekregen in het circus. Het leek bijvoorbeeld wel of klimgeiten Jip en Janneke net wat meer capriolen uithaalden dan anders. En ook Puckie, onze pony die vroeger in de horeca heeft gewerkt (en dat is echt waar!), was helemaal in haar element.

En als klapper kwam er een schattig wit konijntje tevoorschijn. Kan geen toeval zijn toch dat juist in deze week Witje geboren is, als zusje van Zwartje. (Sorry, in originele namen bedenken zijn we nog steeds niet zo heel goed 😉)

Superleuke week, die we traditioneel op vrijdag gezellig afsluiten met alle ouders en kinderen.

De feestweek is voorbij. Maar volgende week … is het weer gewoon feest op het kinderdagverblijf.

Charlotte Vissers is sinds deze week officieel onze coach

Elk kinderdagverblijf in Nederland heeft zijn eigen coach nodig. Dat schrijft de wet in de kinderopvang voor. Die coach heeft twee taken:

  • Het opstellen en bijhouden van het pedagogische beleidsplan
  • Het coachen van de groep en individuele collega’s

Charlotte Vissers is deze week geslaagd voor haar opleiding. Top, Charlotte. Met vlag en wimpel geslaagd natuurlijk!

Maar wat betekent dat nu, dat ze haar diploma heeft?

Eerst maar eens over dat beleidsplan

Als Helpende Handjes hebben we onze eigen doelen. Dat zijn zowel leerdoelen voor de kinderen als die voor de pedagogisch medewerksters. Want uitgeleerd ben je natuurlijk nooit.

Ieder moet zich kunnen blijven ontwikkelen, van nul tot oud.

Hoe je dat bij de Helpende Handjes doet, ligt vast in het beleidsplan. Dat plan is heel dynamisch: het wordt continu up-to-date gebracht. Charlotte is daar nu voortaan medeverantwoordelijk voor.

Dan: het coachen van de groep en collega’s

Iedere collega heeft haar eigen karakter, haar eigen talenten en haar eigen ambities. Aan de coach de taak om te zorgen dat iedere collega ‘groeit en bloeit’ binnen ons kinderdagverblijf, op een manier bovendien dat het team als geheel sterker wordt. Ehm … nóg sterker dus in ons geval 😉

Charlotte stuurt dat proces.

Zij volgt de persoonlijke ontwikkeling van iedere collega, is aanspreekpunt en coach tegelijk. Met uiteindelijk één doel: zorgen dat we elk kind individueel zo veel mogelijk uit kunnen dagen. Te zorgen dat elk kind telkens een stapje verder gaat in zijn of haar persoonlijke ontwikkeling, ieder in een eigen tempo en naar eigen mogelijkheden.

Heb je vragen over hoe wij als Kinderdagverblijf De Helpende Handjes het blijvend ontwikkelen stimuleren, bij jouw kind of kinderen of bij de pedagogisch medewerksters? Vraag er gerust naar bij Charlotte. Ze kan er heeeeel enthousiast over vertellen!

Mooi momentje, waar ze hard voor heeft gewerkt: Charlotte tekent haar diploma!

Het is vandaag een mooie dag, lalalalalalala

Wij zijn klaar voor de carnaval, hoor. Deze week hebben we zo’n 380 keer het Vliegerlied gehoord, 235 keer het Pinguïnlied en 129 keer het lijflied van Jokie en Jet.

Laat die carnaval maar komen. We zingen alles mee, van voor tot achter. Moeite met de tekst onthouden hebben we niet meer!

Ook de spieren zijn los.

We hebben uren gedanst. En hoe bijzonder: dat hebben we buiten gedaan, in de zon die speciaal voor carnaval zijn lentehoedje al op had gezet en in een opperste stemming was.

(Of misschien was die zon juist wel zo blij omdat hij ons zag dansen. Dat kan natuurlijk ook, bedenk ik me nu. In dat geval: graag gedaan 😉)

Zo leuk ook om de kinderen helemaal in dat feest op te zien gaan. Ieder met een eigen dansje. De een springt, springt en blijft maar springen (Een Massai-krijger zou er jaloers op worden).

De ander zwiert al als een volleerde carnavalsvierder met de armen. (Er zitten wat toekomstige prinsen en prinsessen bij, hebben we al gezien.)

En weer een ander heeft wat minder gevoel voor ritme en stapt volledig buiten de maat om heen en terug, heen en terug, heen en terug, enz. (Wees gerust: dat trekt misschien nog bij!)

Allemaal in de schmink. En allemaal in een ‘skon carnavalspèkske’.

Ja, ook wij.

Een lol dat ze hadden.

Dat is dan ook de enige vraag die nog boven ons hoofd hangt: hadden ze nu zo’n lol omdat ze zo veel zin hebben in carnaval? Of ook een beetje omdat ze ons zo gek zagen doen …?

Fijne carnaval iedereen! En om alvast in de stemming te komen:

Mannen komen van Venus, vrouwen van Mars. Ook op het Kinderdagverblijf.

Mannen komen van Venus, vrouwen van Mars. Oftewel: mannen en vrouwen denken, voelen en communiceren anders.

Maar als mannen en vrouwen dat doen, doen baby’s dat ook … Toch?

Ja hoor. Dat begint al in de wieg. Even een voorbeeldje: een jongen en een meisje liggen allebei in de box. Allebei met een bewegende boxmobiel boven zich. Als jij je aandacht nu opeist, zal het meisje naar jou lachen. Het jongetje zal denken: ‘Ga opzij, ik zie de mobiel nu niet meer …’

Dat is een beetje gechargeerd natuurlijk en zal niet voor iedere baby gelden, maar over het algemeen kunnen we stellen dat jongens meer aangeboren interesse in mechaniek hebben dan meiden.

Vrijdag hadden we een studiedag.

De middag stond helemaal in het teken van de verschillen tussen jongens en meiden en hoe wij daar als leidsters mee om kunnen gaan. Meeste wisten we wel al, maar toch is het fijn om alles met zijn allen nog een keer te horen. Zodat we jongens jongens kunnen laten zijn en meiden meiden.

Kijken jongens met andere ogen naar hun mobiel dan meiden?

Het ochtendprogramma was heftig. Dat stond helemaal in het teken van kindermishandeling.

Wist jij dat ruim 3% van de Nederlandse kinderen te maken heeft met een vorm van mishandeling. Dat kan verwaarlozing zijn, het kleineren van kinderen, seksueel misbruik en fysiek geweld. Vaak gebeurt dat bewust, vaak ook is dat uit frustratie of ouderlijke onmacht.

Als pedagogisch medewerksters zijn wij er op getraind om signalen te herkennen en daar op passende wijze actie op te ondernemen. Met het wijzigen van de Meldcode Kindermishandeling was het goed om weer eens een update daarin te krijgen.

Leerzaam, pittig en zinvol. Het voelt goed dat we ouders en kinderen wellicht kunnen helpen in hun pijn en machteloosheid.